Kostprijs 2026 zorgt voor schokgolf in de flexbranche.

De kostprijs in 2026 gaat fors omhoog ten opzichte van 2025. Voor uitzendorganisaties en detacheringsbureaus worden de gevolgen steeds zichtbaarder.

Pagina banner afbeelding

“Dat kan toch niet waar zijn?!”

Die reactie horen we vaak wanneer we de cao-wijzigingen en de contouren van de nieuwe kostprijs uitleggen. De verbazing gaat niet alleen over de stijgende kosten, maar vooral over de enorme toename van administratieve lasten. En ook die moeten worden doorberekend in het tarief. Voor veel directeuren en financieel verantwoordelijken leidt dit tot onrust: de impact blijkt groter dan verwacht.

Waar komen die gevolgen vandaan?

Per 1 januari 2026 treedt de nieuwe uitzend-CAO in werking. Kernpunt: volledige gelijkwaardigheid van alle beloningselementen bij de inlener. Dat gaat dus veel verder dan de huidige inlenersbeloning. Het is een direct vervolg op het SER-advies uit 2021 en uitspraken van de Hoge Raad, waaronder het Dosign-arrest.

Wat verandert er concreet?

De vier grootste wijzigingen:

  1. Alle verlofregelingen overnemen
    Geen standaard 25 dagen meer, maar exact het aantal vakantiedagen van de klant. Heeft de klant er 30? Dan krijgt de flexkracht er ook 30. Dit betekent maatwerk per klant en aanpassingen in salarissoftware.
  2. ‘Exotische’ arbeidsvoorwaarden
    Denk aan sportschoolabonnementen, fiets-van-de-zaak, verduurzamingsregelingen of zelfs hypotheekvoordelen. Ook deze moeten gelijkwaardig worden toegekend of gecompenseerd.
  3. Pensioenpremie
    StiPP blijft het standaardfonds, maar werkgeverspremies moeten gelijkwaardig zijn. Is het werkgeversdeel bij de klant hoger, dan moet dit verschil aan de flexkracht worden vergoed. Lagere premies bij de klant leveren géén voordeel op.
  4. Arbeidsongeschiktheid
    Niet langer automatisch 1 wachtdag en 90%/80% doorbetaling. Voortaan geldt de regeling van de klant.

Vastlegging: van lastig naar complex.

Naast de hogere kosten brengen de nieuwe regels vooral flinke administratieve uitdagingen met zich mee.

  1. Verlofregelingen
    Waar het vroeger alleen om ADV/ATV ging, moeten nu álle verlofregelingen van de klant worden overgenomen en per plaatsing worden ingericht. Extra lastig: veel klanten hanteren meerdere regelingen met verschillende aantallen dagen.
  2. ‘Exotische’ arbeidsvoorwaarden
    Alles telt mee: van een sportabonnement tot een fiets-van-de-zaak. Maar hoe bepaal je de waarde? En wanneer is iets gelijkwaardig? Dit vraagt om nieuwe rekenmodellen én heldere communicatie. Bovendien moet elke arbeidsvoorwaarde expliciet worden bevestigd in de uitzendbevestiging. Ook de grondslag moet duidelijk zijn: een percentage alleen volstaat niet, je moet erbij zetten waar dat percentage precies over wordt berekend.
  3. Pensioenpremie
    Per klant moet je controleren of het werkgeversdeel van de pensioenpremie hoger ligt dan bij StiPP. Zo ja, dan moet dat verschil worden gecompenseerd, bijvoorbeeld met een bruto vergoeding. Een exacte berekening – hoeveel de klant had moeten betalen versus StiPP – kan extra werk opleveren, maar soms wel een lagere compensatie. Het is dus steeds een afweging tussen tijd en mogelijke besparing.
  4. Arbeidsongeschiktheid
    Bij ziekte geldt niet langer de standaardregeling. Je moet precies weten welke afspraken per klant gelden en die correct toepassen. En werkt een flexkracht bij meerdere klanten met verschillende regelingen? Dan wordt het pas echt ingewikkeld.

Verkooptarieven 2026.

Bereid je goed voor op gesprekken met klanten. Alle arbeidsvoorwaarden moeten worden geïnventariseerd, óók die niet in de cao staan maar wel gelden voor vaste medewerkers. Want geldt het voor hen, dan geldt het ook voor uitzendkrachten met een vergelijkbare functie.

De vraag is: hoe verwerk je dit in je tarief?

Dat vraagt om maatwerk per klant. Eerst informeren, dan samen inventariseren. Niet optioneel, maar noodzakelijk voor een correcte verloning in 2026.

Wat weten we nu al zeker?

  • De Whk-premie stijgt met 0,72%.
  • De StiPP-premie verdubbelt ongeveer.
  • En als de klant een duurdere pensioenregeling heeft dan StiPP, komt daar nog een extra kostenpost bovenop.

Kortom: de combinatie van hogere kosten én complexere administratie zorgt ervoor dat de impact van Kostprijs 2026 in de flexbranche ongekend groot is.