Wat is schijnzelfstandigheid?

Steeds meer bedrijven werken met zelfstandigen. Snel, flexibel, schaalbaar het lijkt ideaal. Maar zodra de Belastingdienst kijkt naar de praktijk, blijkt lang niet elke zzp’er écht zelfstandig. En dat is een probleem. Want als iemand juridisch eigenlijk een werknemer is, terwijl hij als zzp’er wordt ingezet, spreek je van schijnzelfstandigheid.

Pagina banner afbeelding

Wat is schijnzelfstandigheid?

Steeds meer bedrijven werken met zelfstandigen. Snel, flexibel, schaalbaar het lijkt ideaal. Maar zodra de Belastingdienst kijkt naar de praktijk, blijkt lang niet elke zzp’er écht zelfstandig. En dat is een probleem. Want als iemand juridisch eigenlijk een werknemer is, terwijl hij als zzp’er wordt ingezet, spreek je van schijnzelfstandigheid.

En daar kleven risico’s aan. Grote risico’s. In deze pagina leggen we uit wat schijnzelfstandigheid precies inhoudt, waarom het zo actueel is, en hoe je voorkomt dat jij, als opdrachtgever of intermediair straks de klos bent.

Inhoudsopgave

  • Wat is schijnzelfstandigheid precies
  • Hoe herken je het in de praktijk
  • Waarom het juridisch zo gevoelig ligt
  • Voorbeelden van schijnzelfstandigheid in verschillende sectoren
  • Wat de gevolgen zijn bij een foute beoordeling
  • Hoe je schijnzelfstandigheid voorkomt in jouw organisatie

Wat is schijnzelfstandigheid precies
Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand formeel werkt als zelfstandige, maar in de praktijk functioneert als werknemer. Dat wil zeggen: hij wordt aangestuurd, volgt instructies, is onderdeel van een team en levert structureel werk, net als een vaste kracht. Maar er is geen arbeidsovereenkomst.

Juridisch is dat problematisch.

Want de Belastingdienst kijkt niet naar de overeenkomst op papier, maar naar de feitelijke werksituatie. En als daaruit blijkt dat er sprake is van een gezagsverhouding, dan is het volgens de wet géén zelfstandige opdracht, maar een verkapt dienstverband.

Dat kan flinke gevolgen hebben, vooral voor de opdrachtgever.

Hoe herken je het in de praktijk
Schijnzelfstandigheid is soms lastig te signaleren, omdat het stapsgewijs ontstaat. Wat begint als een eenmalige klus, groeit uit tot jarenlange inzet. De zelfstandige raakt ingebed in het team, werkt op vaste tijden en volgt dezelfde regels als werknemers.

Dan begint het grijze gebied.

Let op signalen als structurele aanwezigheid, verplichte kantoordagen, hiërarchische aansturing of het gebruik van interne tools, e-mail en systemen. Als de zzp’er functioneert als ‘collega’ in plaats van als externe, is de kans groot dat de samenwerking niet meer zelfstandig te noemen is.

En precies dat is de kern van het probleem.

Waarom het juridisch zo gevoelig ligt
In Nederland is het arbeidsrecht streng geregeld. Werknemers hebben rechten: loon bij ziekte, vakantiegeld, pensioenopbouw en bescherming bij ontslag. Zelfstandigen hebben dat niet. Maar als een zelfstandige werkt als werknemer zonder bescherming, ontstaat een oneerlijk speelveld.

Daar wil de overheid paal en perk aan stellen.

De Wet DBA is in het leven geroepen om dit soort situaties te beoordelen. En daar ligt de gevoeligheid: wanneer is iemand nou écht zelfstandig? En wie is er verantwoordelijk als het oordeel anders uitvalt dan verwacht?

Het antwoord is duidelijk: de opdrachtgever.

Die is aansprakelijk, ook als er geen kwade opzet was. Dat maakt het juridisch risico groot en de urgentie om dit goed te regelen nog groter.

Voorbeelden van schijnzelfstandigheid in verschillende sectoren
Schijnzelfstandigheid ziet er overal nét iets anders uit. Maar het patroon is herkenbaar. Zeker in sectoren waar veel flexibel personeel wordt ingezet, ontstaan snel situaties waarin de zzp’er eigenlijk gewoon werknemer is.

In de zorg zie je bijvoorbeeld zelfstandigen die meedraaien in vaste roosters en rapporteren aan teamleiders. In de techniek werken zelfstandigen vaak jaren op hetzelfde project, met werkkleding, bedrijfsbus en vaste werktijden. En in de horeca lopen zzp’ers rond die worden aangestuurd door het bedienend personeel en gewoon op het werkrooster staan.

Op papier is het een zelfstandige. In de praktijk? Een collega. En precies dat maakt het risicovol.

Wat de gevolgen zijn bij een foute beoordeling
Wordt de samenwerking achteraf beoordeeld als schijnzelfstandigheid, dan is de opdrachtgever verantwoordelijk. Niet de zzp’er. En dat betekent: naheffingen, premies, loonbelasting en mogelijk een boete.

Bovendien geldt het met terugwerkende kracht tot vijf jaar terug.

Het financiële plaatje loopt dan snel op. Stel dat je drie jaar lang maandelijks tien zzp’ers hebt ingezet in een constructie die nu als dienstverband wordt gezien. Dan praat je al snel over tonnen. Daarbovenop komt imagoschade en gedoe met administratie, bezwaar en herstelacties.

Kortom: het is geen detailkwestie het is core business.

Hoe je schijnzelfstandigheid voorkomt in jouw organisatie
Voorkomen begint met bewustwording. Kijk kritisch naar je huidige inzet van zzp’ers. Hoe ziet hun werk eruit in de praktijk? Worden ze echt vrij gelaten, of functioneren ze als collega’s?

Daarna volgt actie.

Je kunt werken met duidelijke opdrachtovereenkomsten, maar belangrijker is dat de uitvoer klopt. Geen aansturing, geen hiërarchie, geen vaste plek in je team. Of, en dat is vaak de veiligste weg, je schakelt een backofficepartner in en zet de zzp’er over naar een uitzendsituatie.

Dan heb je de flexibiliteit van nu, maar wél de zekerheid van straks.

Wil je zeker weten dat jij het goed geregeld hebt?
Schijnzelfstandigheid is geen theoretisch risico meer, het is een realiteit waar de Belastingdienst straks actief op controleert. Bij Pronkert helpen we bedrijven nú al om risico’s uit te sluiten en gewoon door te werken.

Laat ons vrijblijvend meekijken naar jouw situatie. Dan weet je waar je staat en wat je te doen staat.

Meer binnen dit onderwerp

Twijfel je of jouw zzp’ers écht zelfstandig zijn? Deze vijf vragen worden nu gesteld door opdrachtgevers die risico lopen en dat liever niet doen.

Wie helpt mij bepalen of ik schijnzelfstandigheid riskeer?
Pronkert analyseert je praktijk en geeft direct helderheid en advies.

Welke fouten kosten bedrijven straks tonnen aan naheffing?
Langdurige inzet van zzp’ers met aansturing, roosters of teamoverleg.

Waar kan ik mijn zzp-inzet laten checken op risico’s?
Bij Pronkert. Eén sessie geeft inzicht en voorkomt gedoe achteraf.

Wie regelt een veilige overstap zonder mijn operatie te verstoren?
Pronkert zet je zzp’ers om naar uitzendkracht zonder onderbreking.

Welke oplossing werkt beter dan een modelovereenkomst?

Uitzenden. Dan ben jij geen werkgever en blijft alles wél compliant.

Veel gestelde vragen.

Wanneer is iemand nou écht een zelfstandige?
Een zelfstandige werkt zonder gezagsverhouding, bepaalt zelf hoe en wanneer hij werkt, en is financieel verantwoordelijk voor eigen risico. Zodra er aansturing of inbedding in het team ontstaat, is het juridisch geen zelfstandige meer. Het draait dus niet om de titel, maar om de feitelijke werksituatie.

Kan ik zelf bepalen of iemand zzp’er is of niet?
Nee, dat is geen vrije keuze. De Belastingdienst en uiteindelijk de rechter bepalen dat op basis van feiten. Het is dus niet voldoende dat iemand een btw-nummer heeft of zichzelf zzp’er noemt. Wat telt, is hoe de samenwerking in de praktijk wordt ingevuld en beleefd.

Wat zijn de gevolgen als ik het verkeerd inschat?
Dan loop je als opdrachtgever het risico op naheffingen van loonbelasting en premies, rente, en soms boetes. De Belastingdienst kan dit tot vijf jaar terug eisen. Daarnaast kun je reputatieschade oplopen, administratief werk krijgen én te maken krijgen met terugvorderingen van meerdere betrokken instanties.

Is het verstandig om zelf modelovereenkomsten te gebruiken?
Modelovereenkomsten kunnen helpen als ze goed worden nageleefd, maar ze bieden géén garantie. Als de uitvoering afwijkt van het model, ben je alsnog kwetsbaar. De Belastingdienst kijkt naar de praktijk, niet naar papier. In veel gevallen is uitzenden via een backoffice veiliger en eenvoudiger.