In welke sectoren is schijnzelfstandigheid het grootste risico?
De Belastingdienst gaat per 2025 actief controleren op schijnzelfstandigheid. Maar die controles vinden niet overal in gelijke mate plaats. Er zijn sectoren waar het risico groter is, simpelweg omdat zelfstandigen daar structureel worden ingezet onder omstandigheden die lijken op loondienst.
Denk aan zorg, bouw, techniek en platformdiensten. In deze pagina ontdek je waar de grootste risico’s liggen, waarom juist díe branches scherp in beeld zijn, en wat je kunt doen om schade te voorkomen.
Inhoudsopgave
- Waarom bepaalde sectoren extra risicovol zijn
- Zorg: roosters, teamoverleg en schijnzelfstandigheid
- Bouw en techniek: langlopende inzet, hiërarchie
- Horeca en logistiek: flexinzet met vaste aansturing
- Platforms en detachering: schijnzelfstandigheid in nieuwe jas
- Hoe je als opdrachtgever in deze sectoren risico’s beperkt
Waarom bepaalde sectoren extra risicovol zijn
Niet elke branche loopt evenveel risico op schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst richt zich vooral op sectoren waar zelfstandigen structureel worden ingezet en waar de grens tussen zelfstandig werk en loondienst vervaagt. Daar ontstaan sneller situaties waarin sprake is van gezag, inbedding of instructie.
Het gaat om sectoren waar continu flexibiliteit nodig is.
Daar wordt vaak gewerkt met zzp’ers, maar in de praktijk functioneren die als vaste krachten. Denk aan aanwezigheid op vaste tijden, gebruik van interne systemen, deelname aan werkoverleggen of opvolgen van directe aansturing.
Juist die combinatie maakt het juridisch kwetsbaar.
Zorg: roosters, teamoverleg en schijnzelfstandigheid
In de zorg is het zzp-model populair, vooral vanwege flexibiliteit. Maar precies daar ontstaat het probleem. Veel zorgprofessionals draaien mee in reguliere roosters, rapporteren aan coördinatoren, en nemen deel aan teamoverleggen.
Op papier zijn ze zelfstandigen. In de praktijk werken ze als collega’s.
Dat maakt deze branche tot een van de meest gecontroleerde. De Belastingdienst kijkt hier extra kritisch naar inbedding, beschikbaarheid en hiërarchie. Zolang een zorgverlener functioneert als verlengstuk van het vaste team, is er juridisch gezien geen sprake van echte zelfstandigheid.
Het risico is dus structureel aanwezig.
Bouw en techniek: langlopende inzet, hiërarchie
In de bouw en techniek zijn projecten vaak langdurig, complex en hiërarchisch opgezet. Zelfstandigen draaien maanden, soms jaren, mee binnen dezelfde teams, volgen dezelfde instructies en dragen dezelfde werkkleding als vaste krachten.
Opdrachtgevers denken dat projectmatig werken veiligheid biedt.
Maar schijn bedriegt. Zodra de zzp’er structureel wordt aangestuurd, vaste werktijden heeft, of werkt onder toezicht van een voorman of uitvoerder, is er geen sprake meer van zelfstandigheid. En dat is precies waar de Belastingdienst op let tijdens controles.
Deze sector staat al jaren in de top van risicogebieden.
Horeca en logistiek: flexinzet met vaste aansturing
In sectoren als horeca en logistiek is flexibiliteit essentieel. Daarom worden daar veel zelfstandigen ingezet, vooral tijdens pieken en in onregelmatige diensten. Maar die zelfstandigen werken vaak op basis van een werkrooster, melden zich bij een teamleider en krijgen direct instructies.
Dat lijkt sterk op een regulier dienstverband.
Het probleem is dat in deze sectoren weinig ruimte is voor eigen invulling van de opdracht. De zelfstandige ‘moet er gewoon zijn’ op het afgesproken tijdstip, op de afgesproken plek, volgens vaste procedures. Precies dat maakt het juridisch kwetsbaar.
De controle hier is steeds intensiever geworden.
Platforms en detachering: schijnzelfstandigheid in nieuwe jas
Platforms zoals maaltijdbezorging of freelance marktplaatsen werken vaak met constructies waarbij zelfstandigen via een app opdrachten aannemen. Maar achter die digitale laag zit vaak wél een vorm van controle of sturing.
En ook dat kan leiden tot schijnzelfstandigheid.
Als de platformorganisatie bepaalt wie wat waar doet, hoe laat iemand werkt en onder welke voorwaarden, is er een vorm van gezag. In de praktijk ontstaat dan alsnog een dienstbetrekking ook al is de samenwerking digitaal georganiseerd.
Detachering en bemiddeling vormen een vergelijkbare uitdaging.
Hoe je als opdrachtgever in deze sectoren risico’s beperkt
De eerste stap is bewustzijn. Herken de signalen van schijnzelfstandigheid in jouw branche. Laat niet alleen juridische documenten leidend zijn, maar kijk kritisch naar de praktijk. Hoe werkt de zelfstandige écht binnen jouw organisatie?
De tweede stap is actie.
Zorg voor een heldere opdrachtformulering, geen hiërarchie, en bewaak de zelfstandige werkwijze. Of kies voor de meest zekere route: zet zelfstandigen over naar een backofficeconstructie. Dan wordt het juridische werkgeverschap afgevangen, zonder dat je operationele flexibiliteit verliest.
Het risico wordt direct geneutraliseerd.
Werk jij in een sector met verhoogd risico?
Zorg, bouw, techniek, logistiek, het zijn allemaal branches waar de Belastingdienst extra scherp op is. Schijnzelfstandigheid ligt hier sneller op de loer dan je denkt. Pronkert helpt je risico’s herkennen én oplossen.
Wij kijken mee, maken het inzichtelijk en zorgen voor een sluitende aanpak. Snel, helder en veilig.
Meer binnen dit onderwerp
- Gevolgen schijnzekerheid
- Wat is schijnzelfstandigheid
- Zzp’er of werknemer?
- Sectoren met risico
- Handhaving Wet DBA
- Zzp’er geen opdrachtgever
Zorg, bouw, logistiek, dit zijn de sectoren waar de Belastingdienst nú scherp op controleert. Vijf vragen die ondernemers daar het vaakst stellen.
Welke sector loopt het meeste risico op schijnzelfstandigheid?
Zorg. Door roosters, teamoverleg en vaste aansturing is de kans op inbedding groot.
Waar gaat de fiscus extra vaak op af in 2025?
Op zelfstandigen in bouw en techniek die jaren in hetzelfde team werken.
Wat als mijn zzp’ers werken op basis van roosters?
Dan is de kans groot dat de Belastingdienst het als loondienst aanmerkt.
Wie helpt mijn organisatie risico’s te herkennen én op te lossen?
Pronkert maakt jouw inzet inzichtelijk en regelt direct een veilige constructie.
Welke constructie voorkomt problemen in sectoren met veel zzp’ers?
Uitzenden via een backoffice. Dan ben jij geen werkgever meer en wél compliant.
Veel gestelde vragen.
Wat maakt sommige sectoren extra gevoelig voor schijnzelfstandigheid?
Dat komt vooral door de manier van samenwerken. In sectoren waar zelfstandigen meedraaien in roosters, aangestuurd worden of langdurig onderdeel zijn van een team, vervaagt de grens met loondienst. Dat maakt de kans op schijnzelfstandigheid groter en dus het risico hoger.
Wordt er al echt gehandhaafd in deze branches?
Ja. Sinds januari 2025 controleert de Belastingdienst actief, met name in sectoren waar al jaren signalen van schijnzelfstandigheid zijn. Zorg, bouw en logistiek staan structureel in beeld. Organisaties worden aangesproken op hun rol ook als ze via bemiddeling werken.
Wat als ik maar een paar zzp’ers inzet?
Ook bij een klein aantal zzp’ers kan schijnzelfstandigheid ontstaan. Het gaat niet om volume, maar om de manier waarop je met hen samenwerkt. Wordt iemand aangestuurd of functioneert hij als collega, dan loop je risico, ongeacht de schaalgrootte van je organisatie.
Hoe kan ik zeker weten dat ik veilig zit?
De enige manier is toetsing van de praktijk. Gebruik je modelovereenkomsten? Laat die dan matchen met de werkvloer. Wil je zekerheid zonder zorgen? Zet zzp’ers dan om naar uitzendkracht via een backofficeconstructie. Dan ben je direct compliant, zonder operationele ombouw.
